De finale bij de dames werd een Nederlands onderonsje. Anca Zijlstra won haar halve finale met 4-1 van de Engelse Maria O’Brien, terwijl ook Aileen de Graaf haar halve finale met 4-1 won. Zij flikte dit kunstje tegen ook een Engelse, Deta Hedman.
De Graaf mocht de partij, die zou gaan om de best of 9 legs, beginnen, maar het was Zijlstra die als eerst op het scorebord wist te komen. Nadat De Graaf 1 pijl voor bulls-eye had gemist en 2 pijlen op de dubbel 8 mis zag gaan, was het Zijlstra die wist te profiteren via de dubbel 20. De Graaf herpakte zich goed en wist Zijlstra, in haar eigen leg, onder druk te zetten. Nadat 40 niet met 3 darts uit ging, was de leg via de dubbel 1 alsnog een feit voor De Graaf. Nadat De Graaf de stand gelijk had getrokken was het ook De Graaf die als eerste dame de eigen leg wist te behouden. Met een 21-darter en een mooie 136 finish kwam De Graaf op een 2-1 voorsprong. Nadat Zijlstra in haar eigen leg een aantal pijlen op haar dubbel had gemist, sloeg De Graaf wéér toe. Via een enkele bull, T20 en D5 wist De Graaf te breken en de stand naar 3-1 te brengen. Zijlstra wist het hoofd koel te houden en zichzelf weer terug te vechten in de partij. Met De Graaf op 66, mocht Zijlstra aanleggen voor 100. Dit deed ze perfect, want deze ging met 2 darts uit en de stand werd 3-2. De zesde leg werd begonnen door Zijlstra, maar ook deze leg leverde weer een break op. De Graaf gooide de dubbel 7 en mocht zelf beginnen aan de zevende leg, die haar de winst zou kunnen opleveren. De Graaf nam scorend de overhand en kreeg haar eerste matchdart vanaf 74. Deze werd gemist, maar Zijlstra stond nog een eind achter haar. Met haar eerste pijl raakte De Graaf de dubbel 20 en werd zo de Dutch Open Darts kampioene bij de dames!
