Zaterdag 26 januari is de Challenge Tour van start gegaan. Dit weekend zullen in totaal 4 Challenge Tours worden gespeeld. Spelers die het goed doen dit weekend hebben een grote kans om de eerste 14 (!) Players Championships te mogen spelen. Lees hier meer.
Challenge Tour 1
De finale van de allereerste Challenge Tour ging tussen Patrick Lynskey en Shaun Carroll. Lynskey wist op Q-School 7 wedstrijden te winnen, Carroll won in de 4 dagen Q-School geen enkele partij. Beide heren bereikten dus hun eerste finale van het seizoen. Lynskey deed dat met overwinningen op Darren Johnson (5-4), Jeffrey de Graaf (5-4), Ian Lever (5-2), Callan Rydz (5-2), Mark Frost (5-0), William Borland (5-4) en Brett Claydon (5-2). Carroll bereikte de finale ten koste van Wesley van Trijp (5-0), Vince Tipple (5-4), Dean Norman (5-2), Steve Hine (5-1), Lukas Wenig (5-3), Ritchie Edhouse (5-2) en Mick Todd (5-4).
De finale werd begonnen door Patrick Lynskey, maar Carroll wist in de eerste leg gelijk te breaken. Met een knappe 104-finish verzilverde Carroll de break en kwam 2-0 voor. Met een knappe 96-finish in 15 darts hield Lynskey zijn eigen leg en kwam terug tot 2-1. Via D12 hield Carroll ook zijn eigen leg voor 3-1. In de vijfde leg miste Lynskey 2 volle beurten om zijn eigen leg te houden, met een 16-darter kwam Carroll op matchpoint; 4-1. Met een 15-darter maakte Carroll het in stijl af en won Challenge Tour 1. Hiermee doet hij goede zaken voor de aankomende 14 Players Championships!
Gemiddeldes/Dubbelpercentages:
Shaun Carroll: 84,8 / 45%
Patrick Lynskey: 82,1 / 14%
Challenge Tour 2
De finalisten van het tweede toernooi van de dag kwamen uit Ierland en Engeland. De de 19-jarige Ierse Nathan Rafferty bereikte de finale met knappe overwinningen op Fallon Sherrock (5-3), Kevin Dowlin (5-4), Thomas Gregory (5-3), Danny van Trijp (5-1), Kieran Evans (5-2), Darren Herewini (5-2) en Diogo Portela (5-3). De andere finalist was WK-deelnemer Stephen Burton. Hij bereikte de finale ten koste van Egor Tvorogov (5-3), Chris White (5-0), Scott Darbyshire (5-2), Mike de Decker (5-0), Boris Koltsov (5-0, Michael Rasztovits (5-2) en Jason Wilson (5-3).
De finale ging dus tussen Nathan Rafferty en Stephen Burton. Burton begon een pakte ook meteen leg 1. Ook leg twee ging naar de Engelsman, nadat Rafferty twee pijlen op een dubbel miste. De Noord-Ier brak in 17 pijlen meteen terug, maar zijn eigen leg werd daarna ook meteen weer afgepakt, 3-1. Een 13-darter bracht Burton daarna nog 1 leg verwijderd van de overwinning. Hij kreeg een leg later ook al twee matchdarts, maar Rafferty overleefde. Een 13 en 15-darter leverde hem zelfs een beslissende leg op. Vanaf 80 kreeg hij 1 pijl om de wedstrijd te winnen, maar hij miste. Met drie pijllen gooide burton 42 uit en zo wist hij Challenge Tour 2 te winnen.
Gemiddeldes/Dubbelpercentages:
Stephen Burton: 88.9/33%
Nathan Rafferty: 88.6/33%
Nederlanders
In totaal deden er 25 Nederlanders mee aan de eerste twee Challenge Tours van het jaar. Qua resultaten was het wat minder voor de Nederlanders. Wesley Plaisier was de beste Nederlander tijdens Challenge Tour 1, hij verloor bij de laatste 32 van Mark Frost met 5-1. Tijdens Challenge Tour bleven Erik Hol, Danny van Trijp en Jeffrey de Graaf als overgebleven Nederlanders over bij de laatste 32. Diogo Portela (5-2), Nathan Rafferty (5-1) en Chris Quantock (5-4) waren te sterk.
Challenge Tour Order of Merit
Bekijk hieronder de Challenge Tour Order of Merit na de eerste 2 toernooien.
After a long day of darts Stephen Burton wins the 2nd Challenge Tour event of the day and is on top of the table. pic.twitter.com/bIYauc5tGI
— Erik Middelkoop 🎯 (@eamiddelkoop) 26 januari 2019
